“We kampen met een teveel aan autonomie”
Godfried IJsseling in gesprek met Bert van den Bergh
We ontmoeten elkaar online, via Teams, zoals nu gebruikelijk is. Een open gesprek, over de wereld van nu. Over hoe corona werkt als een ‘versterker’ of vergrootglas op een sociale dynamiek die er al decennia is. Over depressie als fenomeen van deze tijd, en wat dit fenomeen ons te zeggen heeft over onze mogelijke (maatschappelijke) rol als coaches en persoonlijk begeleiders. Over wat de wereld nodig heeft, juist nu.
Ik kwam met Bert, cultuurfilosoof én psycholoog, in contact door zijn indrukwekkende boek ‘De schaduw van de zwarte hond – depressie als symptoom van onze tijd’, verschenen in 2019, met een voorwoord door Paul Verhaeghe.
Je bent gericht op het fenomeen ‘depressie’ in de huidige tijd, een fenomeen dat door de WHO gelabeld wordt als één van de voornaamste oorzaken van invaliditeit en een belangrijke bijdrage aan de mondiale ziektelast. Wat is er aan de hand?
“Het spreken over de depressie-epidemie begon in de jaren 90, juist in een tijd van groeiende welvaart en the sky is the limit, de koude oorlog was voorbij, er was de suggestie dat we in de global village alles samen gingen doen. Juist in die tijd zie je dat dit probleem heel groot begint te worden. Als cultuurfilosoof denk ik dan, wat is de samenhang tussen die twee? Waarom gaat nou juist als het qua welvaart beter gaat, het qua welzijn in ieder geval deels slechter? Is dat omdat we het uitvergroten, zijn we soft geworden en kunnen we steeds minder hebben in het leven? Of betekent het dat in de context waarin wij leven iets niet klopt? Dat we teveel op onszelf worden teruggeworpen?”.
“Als je kijkt naar ervaringen van mensen die wij depressief noemen, dan komt één klacht steeds terug, die niet in de DSM staat, en dat is het gevoel van isolement. Een gevoel van geen aansluiting hebben – terwijl je middenin het leven staat: je hebt je vriendenkring, je gaat naar je werk, maar het spreekt je niet meer aan, alsof je onder een glazen stolp zit.”
Waar komt dat gevoel van isolement dan vandaan?
“We krijgen voortdurend de boodschap mee dat we onszelf moeten verwerkelijken, excelleren. Dat we onze vrijheid moeten gebruiken en dat we autonoom en succesvol moeten zijn. Die vrijheid is beknellend geworden – een mal in plaats van echte vrijheid”.
Bert vertelt over de winnares van The Voice Kids in 2013, Laura van Kaam. Drie jaar later vertelt ze op Facebook dat ze depressief is. Hij vraagt zich af: “Zijn al die talentenshows niet een culturele boodschap: dit is wat je moet doen in het leven, je moet als eenling in de spotlight gaan staan, zingend, dansend, kokend, en al die medestanders moeten weg, die vallen af, want dat is de kern van de talentenshow. En dan sta je daar ten slotte in die spotlights, je wordt als winnaar uitgeroepen, en dan denk je: ’ik ben alleen!’.”
In zijn boek speelt socioloog Hartmut Rosa een belangrijke rol. Die stelt dat we door dit ideaal van zelfverwerkelijking als het ware kampen met een teveel aan autonomie. “De balans tussen gezamenlijkheid en autonomie is zoek. En zo komt Rosa op het woord resonantie: onze ‘stemming’ is een vorm van afstemming. Maar die kant van ons leven is op allerlei manieren ondergesneeuwd geraakt, en daar zit vaak het probleem, ook al is het heel ongrijpbaar”.
Als we van hieruit kijken naar de corona pandemie, hoe kijk jij daar tegenaan?
“Een student van me zei eens ‘Corona is an amplifier’ – het versterkt allerlei zaken. Ook dat elementaire proces van afstemming is moeilijker geworden. Dat zie je tijdens een online vergadering. We beginnen nu pas te ondervinden wat het betekent dat de mens een sociaal dier is. Hoe ingewikkeld dat proces is, hoe onbewust het gaat”.
Wat denk je dat er moet gebeuren?
“Ik denk dat we moeten beseffen dat we voordat we individu zijn vooral een sociaal dier zijn. En dat begint al in de opvoeding, en in het onderwijs. Maar ook het onderwijs staat al vanaf de basisschool in het kader van excelleren, jezelf en anderen overstijgen. Ik denk dan, moet dat nou? Hoe kun je de gemeenschappelijke passie meer voeden? Zou het niet meer een samenspel kunnen zijn, een afstemmingsproces, zodat we een eenheid kunnen vormen, waarbij ieder op z’n eigen manier iets kan toevoegen?”.
“Het gaat dus over een vorm van gemeenschapszin. Binding niet alleen met elkaar, maar ook met onze spullen. We leven in een wegwerpmaatschappij. De verbondenheid met die materiële kant is óók losser geworden, minder resonant, zoals Rosa zou zeggen”.
“Je ziet het ook tijdens deze coronacrisis in het leiderschap: in landen waar vrouwen aan de leiding staan gaat het beter, omdat zij een meer verbindende leiderschapsstijl hebben, denk aan Nieuw Zeeland. Het lijkt een cliché maar er zit een kern van waarheid in. Hoe open kun je zijn in je leiderschap, hoe goed zie je het verband waarin je staat?”.
Wat zou je kunnen zeggen tegen de coach in dit verband?
Mijn eerste vraag zou zijn: coach je het individu of coach je het individu in het verband waarin hij staat? Je begint natuurlijk bij het individu, maar dan kijk je naar de context: hoe lopen de lijnen? Het heeft altijd te maken met ‘lost connections’, zoals de Britse auteur Johann Hari het in zijn gelijknamige boek noemt. Wat ons te doen staat is het herstellen van die connecties, op allerlei manieren. Het gaat erom dat je mensen helpt uit hun isolement te stappen, uit de glazen stolp.
Bert waarschuwt tegen metaforen als ‘druk’ en ‘veerkracht’. Die metaforen, stelt hij, zijn niet onschuldig. “Natuurlijk kun je een last ervaren, maar belangrijkste oorzaak van burn-out is niet zozeer de druk, maar het gevoel te weinig steun te krijgen in je werk, het allemaal alleen te moeten doen. Vanzelfsprekend moet je een bepaalde autonomie hebben, en je eigen plan kunnen trekken, maar de andere kant van het verhaal is dat je in een verband functioneert, en dat in dat verband dingen fout kunnen zitten”.
Dit artikel is geschreven door programmamaker en trainer Godfried IJsseling. Hij heeft twee boeken geschreven: Persoonlijke ontwikkeling – Echtheid in professionaliteit (2008) en Weg van de eenvoud – Essentie als kompas voor organisaties (2011).