Als we luisteren naar Glenn Helberg – Interview over zijn boek Als ik Luister
Door: Hilde A.J. Bolt
Glenn Helberg (1955) is psychiater, educator en politicus. Hij studeerde geneeskunde en heeft zich verdiept in de psychiatrie in niet-westerse culturen; de transculturele psychiatrie. In 2017 was hij te gast bij Zomergasten. Hij had eerder zijn eigen televisieprogramma The Therapist. In 2019 ontving Glenn de Black Achievement Award Oeuvreprijs en in 2021 de Jos Brink Oeuvreprijs. Hij is Ridder in de orde van Oranje-Nassau.
Recent is het boek van Glenn Helberg verschenen dat hij samen schreef met collega Irene Zwaan, Als ik Luister – Persoonlijke reflecties over de complexiteit en diversiteit van ons bestaan.
Het boek bevat een schat aan levenslessen en waarheden die essentieel zijn in de complexe tijd waarin we leven. Glenn maakt gevoelige onderwerpen op een glasheldere, compassievolle wijze zichtbaar en voelbaar. Ik voel me dankbaar dat ik hierover met hem in gesprek mag gaan.
Hoe is het met je Glenn, nu het boek de wereld in is en hoe is het ontvangen?
In mijn leven zijn er veel momenten geweest waarin mensen de vraag stelden of ik een boek wilde schrijven. En misschien ben ik nu wel bezig om me opnieuw te verhouden tot mijn woorden. Ik kreeg een reactie van een vriend in Curaçao. Hij had een boekbespreking met een aantal mensen over mijn boek en hij gaf me daarvan een verslag. Ik schreef hem dat ik mijn boek aan de wereld heb gegeven en dat hij mijn boek door het verslag weer terug aan mij gaf.
Door de reactie op mijn woorden ga ik mijn boek op een andere manier beleven. Het is net alsof door de reactie van mensen mijn eigen woorden zich verdiepen in mij.
Het is een ontroerende ervaring dat mijn woorden die ik geef aan de wereld zich plots ook in mij verdiepen. En dat is niet wat ik verwacht had. Ik was meer bezig met de vraag van ‘wat vinden mensen ervan’. Ik had nooit gedacht dat ik iets terug zou krijgen in termen van een eigen verdieping. Hierdoor ervaar ik een soort innerlijke beweging van ‘O, doen mijn woorden dat’ en ‘O brengt het zoveel liefde teweeg, raakt het mensen zo diep en gaan mensen er op die manier over reflecteren. Dat geeft een bepaalde ruimte, stilte en verwondering in mij. Tegelijkertijd ontstaat er ook iets van ‘durf dan maar meer!’
En dan zijn er mensen die zeggen ‘je moet een tweede boek schrijven’ en dan voel ik; gaat het om het tweede boek of gaat het om de rijping die ik nu ervaar? Ik moet voor mijn gevoel nu eerst door met deze rijping en wat er dan komt zou een tweede boek kunnen zijn.
Mensen die jou en jouw werk kennen hoor ik vaak over je spreken als iemand die compassie echt belichaamt. Wanneer je er zo over vertelt klinkt het alsof je een spiegel terugkrijgt van de impact die jij als mens hebt, waarvan je je mogelijk niet helemaal bewust was.
Ik wist niet dat mensen dat zeggen. Misschien is dat het inderdaad. Ik ben daarover nu in de verwondering. Dat is dus wat het boek ook voor mij doet. Alleen maar heel fijn.
In je boek stel je een aantal belangrijke en heikele thema’s aan de orde, zoal racisme, kolonialisme, politiek en de situatie in de gezondheidzorg en je bent hierin scherp. Wat ik echt als een van jouw talenten ervaar is dat je het zo brengt dat het niet scherp voelt. Het voelt mild, maar wel heel waar en onontkoombaar en dicht op de huid. Zou dat de werking kunnen zijn van het boek?
Dat wilde ik wel heel graag. Wanneer je thema’s uit het boek die je nu noemt bespreekt, dan zie ik dat veel mensen daar bijna aan voorbij gaan, ook als mensen me interviewen.
Het verwondert me dat mensen daar niet op in gaan. Mensen vragen bijvoorbeeld makkelijk over de psychiatrie, maar bij de andere thema’s blijven de meeste interviewers een beetje weg. Wanneer we kijken naar de reclamewereld die zoveel boodschappen uitzendt, waarvan mensen denken dat het van henzelf is, dan is de vraag: hoe schrijf je over thema’s zodat mensen het lezen zonder zich mogelijk aangevallen te voelen. Maar dat ze het in ieder geval consumeren, tot zich nemen en vervolgens kijken wat het doet. Er wordt veel aan heikele thema’s voorbijgegaan en dan breng ik het in het interview soms zelf naar voren. Als het lukt om bouwstenen aan te reiken en een besef van ‘dat is er gebeurd’, dan ben ik blij.
Het klinkt alsof je de kern, de waarheden in mensen wilt raken of mensen in ieder geval wilt inspireren om hier dichterbij te komen.
Was ik bewust bezig met het schrijven van waarheden? Nee. Ik was bezig met observaties. Ik was bezig met te zien, te kijken en daar gedachten over te krijgen en dit vast te houden. En dan blijven zien of het klopt, maar het zat niet direct in mijn hoofd om waarheden te beschrijven.
Ik ervaar mezelf als Glenn die observeert en die kijkt en denkt… oh, werkt het zo? En ik kan me er ook over verwonderen. Ook wanneer het gaat over het lichaam, wat het lichaam betekent en hoeveel we nog meer van het lichaam kunnen leren. Ik heb zelf het idee dat ik nog zoveel meer over het lichaam moet leren.
In de psychiatrie heb je te maken met allerlei accreditaties voor cursussen die je moet volgen en ik leerde daar niet wat ik wilde leren, het was geen uitdaging. Dus toen ik lichamelijk niet fitter werd heb ik besloten dat ik alleen die dingen wil leren die ík wil leren en niet omdat ik in een bepaalde beroepsgroep zit die bepaalde constructen bestudeert. Ik zie ook andere dingen en daar wil ik me in verdiepen. Ik wil aan de oude waarheden, de oude observaties die er zijn en weggegooid zijn ‘proeven’ omdat al het andere zoveel belangrijker is geworden.
We zien bijvoorbeeld niet hoe vroeg er al iets mis is met mensen. We letten met elkaar niet op en zien niet dat we bezig zijn om mensen te verminken. We dienen echt te gaan begrijpen wat het woord trauma nu echt betekent. Ik doe een poging om het woord ‘toxische herinneringen’ te noemen, omdat ik merk dat de ervaringen die mensen hebben zo bepalend zijn voor wat er in het verdere leven van mensen zich afspeelt. Dan zien we dat er een bepaalde uitkomst is die in het lichaam vertaald wordt. We zien ook bij heel veel hersenziekten dat dit te maken heeft met bepaalde zaken die overgeslagen zijn en dingen die we niet ontvangen hebben. Dit telt bij elkaar op en in dit gebied wil ik vertoeven om te begrijpen. Dus als mensen wat ik schrijf als waarheden ervaren, dan ben ik blij omdat wat ik schrijf resoneert.
Ik moet bij jouw manier van schrijven denken aan wat Eckard Tolle ooit zei ‘Instead of asking myself, what do I want to write, I asked myself, what wants to be written to me’.
Ik herken het heel erg, omdat bijna alles wat ik schrijf of zeg uit inspiratie voortkomt. Soms denk ik wel eens ‘waarom doe je als mens zoveel moeite om te denken?’
Bij mij is het wakker worden, onder de douche gaan staan, aan iets denken en ineens komen de woorden. Dan moet ik het opschrijven. Als ik bv een lezing moet houden, dan ga ik eerst denken, maar dan lukt dat niet en dan ga ik onder de douche en dan komt het. Als ik van dat proces gebruik maak, dan moet het natuurlijk wel een kop en een staart krijgen. Op het moment dat er een vraag gesteld wordt, dan begint blijkbaar bij mij een proces. Dan komen die gedachten door me heen. Misschien is ook het daarom, als die woorden aan het leven of aan de wereld gegeven zijn en mensen vertellen me wat ze er opnieuw van vinden, dat ik er zelf ook weer opnieuw van leer. Ik heb eerst een proces meegemaakt waardoor ik die woorden tot me heb gekregen, vervolgens heb ik ze opgeschreven, heb ik er een structuur aan gegeven en dan vertel ik het. Daarna reageren mensen erop, dat is wel een grappig proces, want dan leer ik ook van de woorden die bij me opgekomen zijn. Dat is wat ik nu ervaar. Dus Eckard Tolle, thank you!
Zoals gezegd gaat je boek gaat over diepe waarheden, waarin je essentiële thema’s als macht, dood en de omgang met het lichaam bespreekt. Dit kun je niet leren uit boekjes of in een opleiding, maar komen voort uit levenservaring. Als ik dan denk aan je boek, zou echt luisteren dan ook niet zijn, ‘de diepere waarheid horen’ achter de woorden van onze cliënten? En ook als psychiater of psychotherapeut die ruimte bieden waarin de ander kan horen of wat hij/zij zegt ook echt waar is?
Zeker! Gisteren had ik te maken met iemand die suïcidaal was. Ik voelde weerstand om het gesprek te voeren omdat ik weer die verantwoordelijkheid voelde als arts, ik moet iets.
Ik ben letterlijk even weggegaan uit de situatie en een gesprek gevoerd met mezelf in de trant van ‘al die jaren heb je verantwoordelijkheid moeten dragen’ en het leek alsof het in de opleiding een vanzelfsprekendheid is geworden dat je die draagt. Nu ik ouder ben en besloten heb het anders te doen, was een van de zaken die me het meest opvielen aan mijn pensioen dat ik die verantwoordelijkheid niet meer hoef te dragen. Dit is ook een manier van vrijheid. Ik heb het me al die jaren dat ik bezig was met patiënten nooit gerealiseerd, het moest gewoon, dat had ik geleerd. Toen ik me dus ben gaan verhouden dat ik die verantwoordelijkheid niet wilde, ben ik teruggegaan en zat ik rustig met degene die ik onderzocht. Ik had de verantwoordelijkheid geparkeerd en ik dacht ‘laat ik gewoon doen wat ik moet doen: gewoon luisteren’ en met die patiënt doordenken en doorvoelen. En het was zo’n mooi gesprek. Er kwamen zoveel inzichten en ze was zo dankbaar. Ik realiseerde me: hier gaat het om. Ik was bezig met mijn verantwoordelijkheid als arts en wat ik moet doen en ik had mezelf hier bijna mee. Dit had verhinderd om gewoon te luisteren naar wat er eigenlijk in de kamer en in haar lichaam opgeslagen zat. Ik moest luisteren naar haar woorden, zij moest weten wat ze nu eigenlijk zelf zei, ze moest zich daartoe verhouden en toen werd het allemaal duidelijk. Toen werd het heel rustig. Ze kon weer glimlachen, ze was weer blij. Dus het gaat inderdaad om het luisteren naar de waarheid in die persoon en niet gericht zijn op mezelf en mijn verantwoordelijkheid. Dit mag er niet voor zorgen dat je de patiënt niet meer kan horen. Dus als het gaat over hulpverlening: we hebben niet alleen de verantwoordelijkheid naar onze klant, maar naar zoveel andere zaken zoals onze eigen constructen, wat wij belangrijk vinden en of we te veel luisteren naar het verhaal van het instituut waarin we werken, of er omzet gemaakt moet worden, waardoor je niet meer kunt horen wat er achter de woorden van degene tegenover je aanwezig is.
Je benoemt voor mijn gevoel zo’n essentieel thema wat voor hulpverleners zo belangrijk is. Het signaleren bij jezelf ‘ik heb hier geen zin meer in’, je neemt hier actie op door letterlijk even eruit te stappen, omdat je voelt dat je niet meer beschikbaar bent, dan ga je het gesprek aan met jezelf waardoor je innerlijk weer vrij wordt en ga je hier vanuit het gesprek weer aan en ben je volledig beschikbaar. Je maakt zo duidelijk hoe belangrijk ook je eigen waarheid kennen en zelfreflectie is.
Dat klopt helemaal, maar ook het feit dat ik mijn lichaam letterlijk even uit de situatie haalde heeft hierin meegeholpen. Als je vastloopt in je eigen construct, helpt het om het lichaam even te bewegen. Wanneer je in bepaalde gedachtes in je hoofd vastzit, zit dit ook in je lijf vast. Door je lijf in beweging te brengen komen je gedachten ook weer in beweging dan gaat het weer stromen, wat weer vrijer maakt.
Een vriend van mij vindt daarom de wc een van de beste uitvindingen.
Dat kan ik alleen maar onderschrijven, die ga ik onthouden. Het gaat om uit de bevriezing komen en in beweging komen. In een relatietherapie kwam ik het laatst ook tegen. Toen zei ik: als je wegloopt, zeg niet ‘ik ga weg’ maar ‘ik ga even naar het toilet’. Dan werkt het als ruimte maken.
Met een rijk gevoel sluiten we het gesprek af. Ik hoop dat het boek veel mensen zal inspireren om de diepere waarheden over het leven in henzelf te ontsluieren.
Hilde A.J. Bolt is opgeleid tot psycholoog-psychotherapeut en trauma- en stressdeskundige. Zij is gespecialiseerd in het werken met het lichaam, grondlegger van het Dynamisch Fasenmodel en Body Oriented Learning en zet zich in voor het opheffen van scheidingen in de zorg. Ze schreef drie boeken, is spreker en werkt al jaren als opleider o.a. bij Coach College de Baak en de Alchemist.
Next post