‘Ik heb geleerd om echt ‘waardevrij’ te luisteren’ – Arva van der Spek
Arva (Werkvermogenspecialist) volgde de opleiding Coach Practitioner. Als coach luister je ‘oordeelloos’, waarom en hoe doe je dat? Lees het artikel, geschreven door Ron van Deth.
Oordeelloos luisteren
Vaak wordt gevraagd van coaches dat ze ‘oordeelloos luisteren’ naar hun coachees. Maar kan dat eigenlijk wel? Hieronder zal ik die vraag ontkennend beantwoorden. Het lukt ons zelden of nooit om dat stemmetje in ons hoofd dat overal een betekenis aan hecht, even uit te zetten. Oordelen gebeurt of we willen of niet. Dat hoeft helemaal geen bezwaar te zijn, want als je dit onderkent, kan het je coaching zelfs verrijken.
Traag en snel denken…
We weten allemaal dat bij sollicitanten de eerste indruk grotendeels bepaalt of iemand wordt aangenomen of niet. In het dagelijks leven vinden we mensen al gauw aardig of niet zonder hen eigenlijk goed te kennen. Zulke beoordelingen ontstaan onwillekeurig in heel korte tijd en op basis daarvan nemen we anderen de maat. Hoe wankel dit soort beoordelingen feitelijk ook zijn: we houden er vaak ook nog hardnekkig aan vast en geven pas na enig aandringen argumenten.
Inmiddels krijgen we steeds meer zicht op hoe dit werkt. De Amerikaanse psycholoog en Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman beschreef in zijn boek Thinking, fast and slow, twee denkbeeldige cognitieve systemen:
- Systeem 1: het snelle denken, dat intuïtief, gemakzuchtig en automatisch werkt. Het speelt een dominante rol niet alleen bij de eerste indruk, maar bij veel van onze keuzes en beoordelingen.
- Systeem 2: het langzame denken dat het zware werk doet (bijvoorbeeld bij ingewikkelde berekeningen) en waarvoor we ons cognitief moeten inspannen (‘Stop! Denk!’) om hiervan gebruik te maken.
Vooral systeem 1 heeft volgens Kahneman een voorkeur voor simpele verhalen. Hoe minder feiten, hoe gemakkelijker dit een sluitend verhaal maakt. Gefocust op enkele saillante details, vraagt dit systeem zich niet gauw af of andere feiten misschien wijzen op een ander scenario. Het is dol op informatie die iemands eigen overtuigingen bevestigt. Zo lopen we het risico om de eerste de beste verklaring die goed voelt voor waar aan te nemen. Om dit te voorkomen pleit Kahneman ervoor dat we in complexere situaties bewust systeem 2 oproepen. Dat stelt dan de vraag: wat weet ik niet en moet ik wel weten om een goed beeld te krijgen?
Zelfkennis als eerste vereiste
Ook de coach ontkomt niet aan dit soort basale cognitieve processen, maar gelukkig is hij er niet willoos aan overgeleverd. In lijn met de theorie van Kahneman ziet een goede coach de waarde èn tekortkomingen van beide cognitieve systemen. Ze zijn namelijk complementair aan elkaar en kunnen gecombineerd tot een evenwichtig beeld leiden.
Bij een intake is een coach zich er dan terdege van bewust, dat het snelle, intuïtieve denken ook aan hem al gauw een bepaald beeld van de coachee opdringt. Dat beeld negeert hij niet, maar neemt hij serieus: wat wil zijn intuïtie hem duidelijk maken? Vervolgens gaat hij met systeem 2, het langzame denken, na of dit beeld klopt en of het bijvoorbeeld niet meer over hemzelf zegt dan over de coachee (tegenoverdracht). Dit systeem kan hem ook aanzetten op zoek te gaan naar informatie die de eerste indruk juist zou kunnen ontkrachten.
Omgekeerd zal een goede coach zich na bijvoorbeeld een uitgebreide anamnese realiseren dat die vooral gebaseerd is op het langzame denken. Daarmee kan een eenzijdig beeld van de coachee zijn ontstaan. Op basis van goed contact met zijn eigen binnenwereld stelt de coach zich daarom open voor systeem 1. Zijn intuïtie kan hem dan bijvoorbeeld een ‘niet-pluis gevoel’ geven, waardoor hij gericht verder gaat uitzoeken of hij hiervoor onderbouwing kan vinden.
Om beide systemen optimaal te gebruiken, is zelfkennis bij coaches een eerste vereiste. Wie vooral een gevoelsmens is, zal zich bij systeem 1 beter thuis voelen. Wie meer cognitief-analytisch is ingesteld, zal vertrouwder zijn met het tweede systeem. Als je dit onderkent van jezelf, dan weet je waar je je hebt te ontwikkelen, maar ook vanuit welk cognitief systeem je beeld van coachees steeds aanvulling nodig heeft. Vooral systeem 2, het weloverwogen denken, zal je helpen bepalen of (en zo ja op welk moment) je verworven inzichten geschikt zijn om terug te geven aan de coachee.
Neem ANNA mee
Het beschreven afwegingsproces is allerminst een gemakkelijke opgave, zeker niet tijdens het directe contact met de coachee. Het stelt misschien gerust dat een goede coach altijd het perspectief van de coachee centraal stelt. Hij richt zich op wat de coachee als kern van de problematiek aangeeft, wat deze belangrijk vindt om aan te werken en op welke manier hij dat wil doen. Daarbij geldt voor alle coaches het ezelsbruggetje: Wees een OEN (open, eerlijk en nieuwsgierig), neem ANNA (altijd navragen, nooit aannemen) mee en gebruik zoveel mogelijk LSD (luisteren, samenvatten en doorvragen). Uiteindelijk gaat het immers niet primair om het oordeel van de coach, maar om dat van de coachee. Wie als coach Kahnemans cognitieve processen adequaat weet te hanteren, kan juist daarvoor alle ruimte vrijmaken.
Ron van Deth
Ron is docent in o.a. de opleiding Coach Practitioner.
Meer weten over de opleiding Coach Practitioner? Bezoek de Open dag!