Door Ron van Deth
Luisteren naar ….. jezelf
In coaching ben je doorlopend in gesprek met je coachee en… jezelf. Over het contact met je coachee is meer dan voldoende te vinden. Eigenaardig genoeg is er nauwelijks aandacht voor het gesprek, dat je als coach met jezelf voert tijdens de sessies. Toch bepaalt juist dit zelfgesprek voor een belangrijk deel je interventies in de coaching. Maar wie zijn dan je gesprekspartners, naar wie luister je eigenlijk en hoe maak je daarvan gebruik?
De innerlijke dialoog
Coachen vraagt van jou als coach continu het maken van allerlei afwegingen. Vanaf de eerste kennismaking zie je je coachee van alles doen en zeggen, deels in reactie op wat jij te berde brengt. Jij bent dit alles actief aan het verwerken en afwegen. Wie zich hiervan bewust is, kan doelgericht selecteren waarop hij gaat letten: niet alleen wat je waarneemt bij je coachee, maar ook bij jezelf en bij wat er zich tussen jullie voordoet (de drie ‘cameraposities’). Dit kan van belang zijn voor het begeleidingstraject en de kunst is om bewust te wegen wat je gewaarwordingen voor je handelen als coach betekenen.
Naast de ook voor anderen waarneembare communicatie met je coachee, praat je tijdens de sessies daarvoor in stilte in en met jezelf. Je voert daarvoor met andere woorden een zelfgesprek of innerlijke dialoog.
Hoe paradoxaal het ook klinkt, in dit zelfgesprek overleggen mensen ook in het dagelijks leven over hun gevoelens, wensen, waarden en normen, en keuzemogelijkheden. Ze nemen enige afstand tot hun eigen functioneren en komen op basis daarvan tot een bepaalde afweging. Het innerlijke gesprek krijgt dan veelal het karakter van een dialoog, waarbij verschillende stemmen staan voor een gedachtewisseling vanuit uiteenlopende perspectieven. ‘Zal ik dit nu zeggen? Of zal ze zich dan afgewezen voelen? Maar als ik het niet zeg, heb ik er zelf last van… Hoe ga ik dat aanpakken…?’ Dat lijkt een tijdrovende klus, maar mensen zijn in staat dit soort dialogen in hun binnenste ongekend snel uit te voeren.
De uitkomst bepaalt voor een groot deel hoe mensen handelen. De laatste jaren is er in de psychologie weer meer oog voor deze innerlijke dialoog en dat is niet voor niets. Het speelt een cruciale rol bij psychologische processen als denken, plannen, zelfregulering en (zelf)bewustzijn. Gezien het belang ervan ook voor therapeuten en coaches is er in de vakliteratuur echter opmerkelijk weinig aandacht voor. Veel bronnen gaan aan dit elementaire proces voorbij en lijken het als vanzelfsprekend te beschouwen. Ongemerkt doen we immers de hele dag niet anders. Niettemin heeft met name de Leuvense gezinstherapeut Peter Rober er in het verleden het nodige over gepubliceerd.
In de innerlijke dialoog kun je als coach bepalen waarop je in de sessies je aandacht wilt richten. Ook kun je verschillende keuze-opties overwegen: aan de ene kant …, aan de andere kant … en alles afwegende tot een besluit komen. Dit reflecteren tijdens de coaching vraagt om een time-out of stop-and-think-moment van soms maar een fractie van een seconde. Dan las je even een momentje in om bijvoorbeeld in te schatten wat de betekenis is van wat je intuïtie je ingeeft. Als beginnend coach zul je je herhaaldelijk doelbewust moeten aanzetten tot dit parallelle proces.
Naarmate je ervaring groeit, gaat je dit steeds gemakkelijker af. Je wordt -wat wel wordt genoemd- ‘reflectief bekwaam’.
Behalve door veel vlieguren te maken kun je de focus op dit proces verbeteren met bijvoorbeeld belevingsverslagen of mindfulness-oefeningen, waarbij je meer leert te luisteren naar wat er gebeurt in je binnenwereld. Daarnaast kun je (samen met een collega) reflecteren op de keuzes die je in een bepaalde sessie al dan niet bewust hebt gemaakt.
Je kunt ook na een innerlijke dialoog besluiten om je gewaarwordingen even te parkeren en er later op terug te komen dan wel om er nog eens over na te denken en/of dit in de tussentijdse evaluatie, intervisie of supervisie te bespreken (5). Expliciet komen dan je afwegingen uitvoerig ter sprake. Dat is de langzame weg en dan kun je alsnog tot een bepaalde interventie besluiten. Het zal duidelijk zijn dat je met de langzame route via stap 5 voor jezelf de meeste tijd en ruimte creëert. Maar hier houdt het niet mee op. Door een bepaalde interventie toe te passen, veranderen de aard en inhoud van de coaching en begint de cyclus weer opnieuw.
Naar welk subpersoon luister jij?
Bij het maken van afwegingen in je innerlijke dialoog kunnen verschillende perspectieven worden betrokken. Je wil bijvoorbeeld een bepaalde interventie toepassen, maar je betrekt daarbij de overweging hoe je coachee daarop zou reageren. Gezien haar eerdere reacties is bijvoorbeeld weerstand te verwachten en zou dit de werkrelatie negatief beïnvloeden? Of je betrekt in je innerlijke dialoog je supervisor, een gewaardeerde collega van jou: wat zou zij in dit geval zeggen en hoe zou mij dat bij deze coachee helpen?
Deze perspectieven kunnen ook vertegenwoordigd worden door ‘delen’ van jouzelf. Jan Remmerswaal gebruikt hiervoor de metafoor van het ‘innerlijk team’. Ieder persoon heeft meerdere personen (subpersonen of zelfaspecten) in zich, die verschillende kanten van zijn persoonlijkheid vertegenwoordigen. Hij noemt onder andere de controlfreak, de innerlijke criticus, de drammer, de pleaser en de perfectionist. In het ‘innerlijk team’ staat het bewuste ik bovenaan in de hiërarchie. Die bepaalt naar welke subpersoon wordt geluisterd, welke op de achtergrond functioneert en naar welke hij helemaal niet luistert. Je subpersonen of zelfaspecten kunnen één van de stemmen zijn,
die zich tijdens sessies met je coachee in de innerlijke dialoog nadrukkelijk manifesteren. Daardoor luister je misschien vooral naar de pleaser in jou. Uitkomst kan zijn dat je in de coaching te veel vanuit het harmoniemodel werkt en je noodzakelijke confronterende interventies in de coaching uit de weg gaat. Of je negeert in je innerlijke dialoog juist deze pleaser en luistert vooral naar de controlfreak , waardoor je je rigide opstelt en er te weinig gelegenheid is voor wat zich in het moment aandient in de coaching.
Deze metafoor van het ‘innerlijk team’ kan verhelderend zijn voor je coachee, maar hetzelfde geldt voor het functioneren van jou als coach. In intervisie of supervisie kun je op zoek gaan naar dit soort basisdynamieken, zodat je niet alleen meer zicht krijgt op je eigen binnenwereld, maar ook kunt leren die dynamieken gericht te hanteren in het contact met je coachee. Door doelbewust te kijken hoe de innerlijke dialoog verloopt, kun je signaleren wie de boventoon voert (‘daar is de pleaser weer’) en ervoor kiezen op dat moment naar een andere subpersoon te luisteren. Dat zal gemakkelijker zijn wanneer je over het nodige zelfinzicht beschikt en wanneer je weet naar wie je van nature geneigd bent te luisteren en te negeren.
Tot slot
Luisteren -of wat breder gewaarworden- wat de ander je duidelijk wil maken is in coaching essentieel. Je kunt daarvoor bewust je aandacht richten op bepaalde aspecten van het contact met je coachee. Daarna volgt een minstens zo belangrijk intern afwegingsproces van wat jij bij de ander beluistert en wat dit voor de coaching betekent. Hoe bewuster je bent van je innerlijke dialoog, hoe meer het coachproces daarvan profijt zal trekken.
Dit artikel is gebaseerd op het boek Coachen op maat: Begeleiden met een koel hoofd en een warm hart (Neer: Kloosterhof), dat de auteur recent publiceerde. Hierin zijn ook de referenties te vinden.
Ron van Deth is psycholoog en was jarenlang stafmedewerker en opleider bij Coach College de Baak in Driebergen. Hij schreef tal van artikelen en boeken op het gebied van coaching, counselling, psychotherapie, psychologie en psychiatrie.