Verschuiving van coachvragen: van zelfontplooiing naar een betere wereld
Merlijn Koch
‘Wat gebeurde er met jou toen je dit ethische probleem tegenkwam?’ Deze vraag valt in gesprek met een cliënt die gebrek aan focus en motivatie ervaart en in het algemeen eerder moe en geïrriteerd is. Dit soort spanningsklachten zijn een bekend startpunt in de coaching. De uitdaging is om te achterhalen wat er speelt en te zorgen dat iemand weer goed in zijn energie komt. Een aantal elementen die vaker aan de orde komen in dit soort situaties zijn: een langere periode van structureel hoge werkdruk, terwijl tegelijkertijd het gevoel van uitdaging gemist wordt. Toch speelt in dit gesprek ook nog iets anders. De cliënt geeft aan dat hij moeite heeft met hoe de organisatie claimt duurzaam te handelen, maar hij in de praktijk knelpunten ziet die daar niet mee stroken. Als hij in gesprek gaat met een collega stelt die pragmatischer dat hij ‘duurzaamheid’ ruimer moet zien: met de maatregelen die genomen zijn, mag het ‘vinkje duurzaamheid’ gezet worden. De cliënt geeft aan niet naïef te zijn, hij weet hoe de bedrijfswereld werkt. Hij vraag zich af: ‘hoort dit er niet gewoon bij? Maar waarom wringt het dan?’
Doordat we in het gesprek stilstaan bij dit vraagstuk, merkt hij pas hoezeer hij aanloopt tegen deze situatie. Hij constateert hierdoor geen zin meer te hebben in het werk. Hij is verrast dat dit hem zo raakt en vindt van zichzelf dat hij zich er overheen moet kunnen zetten. Hij oppert dat hij het wellicht gemakkelijker zou kunnen loslaten als hij minder moe was. ‘Wil je blijven werken voor deze organisatie?’ vraag ik hem, nadat hij vertelt over hoe hij geprobeerd heeft zijn vraagstuk onder de aandacht te brengen zonder er gehoor op te krijgen. Hij weet het niet zeker. Hij vindt zijn werk leuk en verwacht in andere bedrijven hetzelfde aan te treffen. Ook vindt hij zichzelf niet het type om bijvoorbeeld voor een goed doel te gaan werken. ‘Ik moet gewoon zorgen dat ik meer energie krijg en dit soort dingen weer beter kan loslaten,’ concludeert hij.[1]
De afgelopen tijd hoor ik steeds vaker van dit soort vraagstukken voorbij komen in mijn coachpraktijk, met name over kwesties rondom duurzaamheid. Met als overeenkomst dat mensen tegen een ethische kwestie zijn aangelopen die ze meer last bezorgd dan ze verwacht hadden. Ze vinden dit gevoel moeilijk te plaatsen. Het zijn alledaagse situaties, maar toch zijn ze cliënten op een bepaald moment gaan dwarszitten. Het speelt in alle sectoren: van de productie tot aan de zorg. Cliënten ervaren een worsteling tussen of ze een ethisch vraagstuk te groot maken en wat ze als normaal zouden moeten ervaren. Mensen verbinden ‘het last hebben van dit soort vraagstukken’ aan zwakte. Ze hebben het gevoel dat het suggereert dat je niet weet hoe de wereld werkt. Daarnaast hebben ze gebrek aan vertrouwen dat het ook anders kan. Het moment dat je erkent dat je last hebt van ethische kwesties op de werkvloer, zijn de consequenties verstrekkend. Je moet dan opnieuw nadenken over het werk wat je doet en mogelijk veranderingen in gang zetten die je leven op zijn kop zetten. Daar zitten veel mensen niet op te wachten. Bovenstaande vragen duiden voor mij op het ontstaan van een nieuw soort coachvragen die ook raken aan de identiteit van het coachvak. In dit artikel zoek ik naar de betekenis van deze nieuwe vragen voor de cliënt en voor ons vakgebied.
[1] Het gaat hier om een gefingeerd coachtraject op basis van verschillende coachgesprekken die ik de afgelopen tijd heb gevoerd.
Een goed leven
In mijn college ‘zingeving’ voor Coach College de Baak begin ik altijd met de vraag: wat versta je onder zingeving? Dat leidt tot een veelheid aan antwoorden die de diverse interpretaties aangeeft die aan deze term hangt. Zingeving zou je kunnen opvatten als de vragen die mensen zichzelf stellen over hoe ze een goed leven kunnen leiden. Deze vraag naar een goed leven heeft aanzet gegeven tot menig persoonlijke zoektocht, filosofisch debat en tot volledig religieuze systemen.
De vraag naar een goed leven is niet vrijblijvend, maar vormt een belangrijke factor in het dagelijks handelen en de keuzes die mensen maken. De achterliggende gedachte is dat de mens gemotiveerd wordt en keuzes maakt op basis van de manier waarop ze zichzelf, de omgeving en de wereld begrijpen. In mijn boek beschrijf ik zingeving als een proces, behoefte, ervaring en vermogen dat van invloed is op de manier waarop we ons leven leiden en beleven (Vooren en Koch, 2017).
Een goed leven kun je proberen te begrijpen vanuit een individueel perspectief. In mijn boek en college over zingeving besteed ik veel aandacht aan het omgaan met de rafelranden van het bestaan. Omgaan met verlies, tegenslag, eenzaamheid, spijt zijn daarbij belangrijke thema’s, net als het uitdiepen van je waarden, verbinden in relaties, durven dromen en zin halen uit energiegevende activiteiten en doelen. Toch mist er misschien er nog een dimensie, zoals in
het voorbeeld waarmee ik het artikel begon, die nu meer zichtbaar aan het worden is. Dit sluit aan bij de visie van Rudy Vandamme (2015) die stelt dat het zingevend is om de vraag te stellen met welk grotere geheel je jezelf
verbindt.
Het idee van een goed leven is dus mogelijk aan het verschuiven in het huidig tijdsgewricht, waarbij meer belang wordt gehecht aan je rol in de wereld. Berichten over hoe het verkeerd gaat met de wereld door de ontvouwende
klimaatramp en groeiende ongelijkheid maken dat de vraag ‘wie we als persoon willen zijn in de wereld’ steeds dringender wordt. Tegelijkertijd is het een vraag waar veel mensen (inclusief ikzelf) zich met lege handen bij voelen
staan, omdat de wereld zo groot en complex is en veranderingen zich bijna onnavolgbaar snel aandienen. Het besef dat de toekomst echt onzeker is hoor ik meer om me heen en in de coaching en daarmee komen ook andere vragen omtrent zingeving naar voren.
Coaching en de tijdgeest
Onze opvattingen over een goed leven lijken in beweging, net als onze blik op de positie onszelf in de wereld. Daarmee beginnen er ook verschuivingen te ontstaan in vragen die mensen zichzelf stellen en waarmee ze de coaching in stappen.
Een van de bepalende denkers in de psychologie die ook aan de basis van de coachingprincipes staat is Carl Rogers.
In zijn boek ‘Mens worden, een visie op persoonlijke groei’, geeft hij een overzicht van zijn levensverhaal en zijn visie op psychotherapie. Voor hem staan de vrijheid en zelfstandigheid van het individu centraal (Rogers, 2019). Dit sluit aan bij een tijdsgeest van de twintigste eeuw waarin zelfontplooiing centraal is komen te staan (Van den Heuvel, 2021) In de definitie van coaching (NOBCO, z.d.) is dit sentiment terug te zien in de manier waarop de gecoachte en diens doelen centraal staan. Vandamme (2015) stelt dat individuen zichzelf in coaching vaak zien als geïsoleerde individuen los van de context van de wereld. Door de focus op het individuele proces lijkt het soms alsof de coaching zelf neutraal is. Echter het oordeelloos (of kritiekloos) de eigen route mogen uitzoeken en bepalen in het leven is geen vanzelfsprekendheid, maar is een sterke reflectie van deze tijdsgeest.
De opkomst van coaching wordt vaak in verband gebracht met de opkomst van individualisme (Shoukry, 2017) en kan daarmee een product van de huidige moderne tijd worden genoemd. Het losbreken van het individu uit tradities en systemen kan gezien worden als het grote project van de twintigste eeuw. Het vakgebied coaching sluit daarop aan door de emancipatie van het individu centraal te stellen. Hiermee gaat coaching in essentie over jezelf leren kennen, jezelf mogen zijn en jezelf uiten.
In het boek ‘AEX van de ziel’ volgt Maarten van den Heuvel (2021) de ontwikkeling van de tijdsgeest door de verschuivingen in de boodschap van zelfhulpboeken in kaart te brengen. Hij laat zien hoe een mentaliteit van bescheidenheid en plichtmatigheid tijdens de wederopbouw plaats heeft gemaakt voor een mentaliteit van zelfontplooiing. Met als hoogtepunt: de mens als eigenaar van het eigen levensverhaal en succes, de maakbaarheid ten top. In het afgelopen decennium is deze maakbaarheid in een ander licht komen te staan en gaan hulpboeken meer over omgaan met kwetsbaarheid en je verhouden tot het leven zoals het is en zich ontvouwt. De laatste ontwikkeling in zelfhulpboeken die Van den Heuvel waarneemt, is het afzetten tegen het marktdenken en het opnieuw omarmen van gemeenschapszin. Deze tijdsgeest ziet hij ook terug in reclameslogans die het ‘wij’ benadrukken. De verandering van de slogan van L’Oréal is hierbij een typerend voorbeeld: deze veranderde van ‘Because I’m worth it’ naar ‘We’re worth it’. (Idem, p. 229).
Marktdenken en het kapitalistische systeem worden vaak tegenover zingeving gezet: ‘het zakelijke tegenover de ziel’. Godsdienstsocioloog Meerten ter Borg (2003) laat echter zien dat de economie verweven is met waarden en een betekeniskader vormt. Een voorbeeld van de (klassieke) economie als betekeniskader komt naar voren bij het idee van ‘de onzichtbare hand van de economie’ (Morel 2017). Dit idee gaat ervan uit dat de economie balans brengt als iedereen voor zichzelf zorgt. Dit heeft eraan bijgedragen dat we ons gerechtigd voelen om ons te richten op onszelf en erop te vertrouwen dat de wereld voldoende wordt geregeld door de markt en eventueel ingrijpen van de politiek. Nu de vraag steeds vaker opkomt of we niet op de grenzen lopen van dit economisch systeem, wordt daarmee ook vaker het betekeniskader dat het biedt in twijfel getrokken. Dit stelt ook andere vragen aan de betekenis die we aan ons eigen leven geven. Hieruit volgt dat er opnieuw vragen gesteld worden aan het individu om zich te verhouden tot collectieve verantwoordelijkheden en plichten.
Verschuiving in betekenis van werk
De verschuiving van aandacht voor het individu naar aandacht voor de maatschappij zie je ook terug in de betekenis van werk. David Graeber heeft flink stof doen opwaaien met zijn artikel (2013) en later boek (2018) over ‘bullshit jobs’. Mensen over de hele wereld herkenden zich in een beschrijving van een baan die niets betekent en niets toevoegt. De verontwaardiging die dit opriep bij een breed publiek, laat eigenlijk vooral zien hoe belangrijk werk voor mensen is geworden in hun leven. Werk heeft in de twintigste eeuw gewonnen aan belang voor persoonlijke zingeving. Het is een manier geworden waarin we onszelf kunnen uitdrukken (Van Beek, 1998). Pratt en Lepisto (2017) maken op het gebied van betekenisvol werk een onderscheid tussen zelfontplooiing en ‘rechtvaardiging van je werk’ (justification). Dit tweede perspectief staat in onderzoeken naar betekenisvol werk minder in de schijnwerpers, maar lijkt wel steeds belangrijker te worden voor mensen.
Een voorbeeld van de verandering van het perspectief op werk is de trend van ‘quiet quitting’, waarin mensen weigeren meer uren te werken dan in hun contract is vastgelegd. Dit sluit aan bij een beweging, zeker onder twintigers en dertigers, om niet meer fulltime te werken en meer tijd over te houden voor eigen doelen in het leven. Een extremere beweging zie je bij de systeemverlaters. De NRC heeft een serie uitgebracht waarin mensen die proberen anders te leven en consumeren werden geïnterviewd (NRC, 12 november 2021). Waar de ‘quiet quitters’ zich nog steeds richten op een vorm van zelfontplooiing, maar dan buiten werk om, lijken de ‘systeemverlaters’ zich meer te richten op justification.
Het justification perspective gaat over het ongemak dat kan ontstaan wanneer iemand werk doet dat geen betekenis toevoegt aan of zelfs schadelijk is voor de maatschappij. Hierbij is een trend gaande waarbij een waardeverschuiving zichtbaar is van dat ‘hebzucht en geld verdienen goed is’ naar een gerichtheid op waardevolheid (Pratt en Lepisto, 2017).
De laatste jaren zie ik, zoals eerder ook beschreven, het ongemak op het gebied van justification steeds vaker als coachvraag verschijnen. In gesprek blijkt vaak dat mensen het moeilijk vinden om zich voor te stellen wat een betekenisvolle loopbaan kan zijn die bij hen past. Met name als ze zich niet aangetrokken voelen tot sectoren waarbij mensen een duidelijke betekenisvolle associatie hebben, zoals de zorg of het onderwijs.
Coaching in een veranderende wereld
In de praktijk zie ik dat de maatschappelijke context van een coachvraag met name op de achtergrond een rol speelt bij mensen. Het beklemmende gevoel dat mensen kunnen ervaren in het zoeken naar de verhouding tussen hun persoonlijke goede leven en de staat van de samenleving en wereld, zijn vaak abstracter dan vragen die een meer concrete rol spelen in het alledaagse leven. Een neiging kan zijn om die grote vragen weer terug te brengen naar het individuele niveau: naar de vraag wat je zelf kunt bijdragen en het hanteren van de cirkel van invloed. Een kritiek op ons vakgebied is echter dat coaching bijdraagt aan de manier waarop in de huidige samenleving grote collectieve problemen worden weggeschoven als persoonlijke verantwoordelijkheid (Shoukry, 2017). Willen we in de coaching mensen helpen functioneren in een schadelijk systeem door ons te richten op het ontwikkelen van meer veerkracht en het focussen op een houding van loslaten en grenzen stellen? Of dragen we bij aan het scherpstellen van de vraag wie je wilt zijn en wat je wil bijdragen in deze wereld en helpen we mensen ontwikkelen tot activisten en lastpakken die het disfunctioneren van hun wereld aan de kaak stellen?
Daarbij is het de vraag welke houding in dit kader past binnen de grenzen van coaching. Ik geloof niet dat coaching bedoeld is om activisme op te dringen of mensen een bepaalde richting op te sturen. Toch denk ik dat de vraag over wie je bent in de wereld op dit moment wel eens gemist wordt. Daarom moeten we misschien beginnen met het betekeniskader van coaching als vakgebied te herkennen en te onderzoeken wat het vraagt om te kunnen coachen in een veranderende wereld. Dan kunnen we ook beter bepalen hoe binnen dat kader om te gaan met nieuwe zinvragen die ontstaan bij onze coachees. Shoukry (2017) maakt een afweging over de potentie van coaching om een rol te spelen bij sociale veranderingen. Hij ziet dat coaching het individualisme kan versterken, maar dat de emancipatie van het individu en het versterken van een onderzoekende, reflectieve houding ook een nieuwe sociale beweging kan versterken.
Het denken over dit thema en de gesprekken in mijn coachpraktijk hebben onder andere bijgedragen aan mijn eigen zoektocht naar hoe ik mezelf verhoudt tot de wereld en welke handelingsperspectieven ik heb. Daarmee is mijn eigen visie op het vak van coach (maar ook op mijn rol als docent en onderzoek) in een ander licht komen te staan. Dat roept op dit moment meer vragen op dan antwoorden, maar het is zoektocht waarvan ik hoop dat we deze binnen het coachvak samen kunnen maken en waarmee ik met dit artikel een uitnodiging wil bieden tot verder denken.
Bronnen
- Beek, K. van (1998). De ondernemende samenleving: Een verkenning van maatschappelijke verandering en implicaties voor beleid. Den Haag: Sdu Uitgevers. Voorstudies en achtergronden/Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid; v105.
- Borg, M. ter (2003). Zineconomie, de samenleving van de overtreffende trap. Schiedam: Scriptum.
- Graeber, D. (2013). On the Phenomenon of Bullshit Jobs: A Work Rant. Strike Magazine, vol. 3. pp. 1–5.
- Graeber D. (2018). Bullshit jobs : over zinloos werk waarom het toeneemt en hoe we het kunnen bestrijden. Uitgeverij Business Contact.
- Heuvel M. van den. (2021). Aex van de ziel : hoe zelfhulpboeken de tijdgeest weerspiegelen. Amsterdam: Prometheus.
- Morel, K. (2018). Tijd voor de betekeniseconomie. Het verhaal over onze economie dat ze je nooit vertellen. Rotterdam: Stichting Maatschappij en Ondernemen
- NOBCO (z.d.). Wat is coaching precies? https://www.nobco.nl/ik-zoek-een-coach/wat-is-coaching Geraadpleegd op 15-02-2023.
- NRC (z.d.). https://www.nrc.nl/serie/systeemverlaters/ Geraadpleegd op 17-02-2023
- Lepisto, D. A., & M. G. Pratt (2017). Meaningful work as realization and justification: Toward a dual conceptualization. Organizational Psychology Review, 7(2), 99–121. https://journals.sagepub.com/doi/10.1177/2041386616630039
- Shoukry, H. (2017). Coaching for social change. In T. Bachkirova, G. Spence, & D. Drake (Eds.), The SAGE handbook of coaching (pp. 176–191). Sage Publications, Inc.
- Vandamme, R. (2015). Ontwikkelingsgericht coachen. Introductie. Mortsel: Uitgeverij het Ontwikkelingsinstituut bvba
- Vooren, I. en M. koch (2017). Zin kun je maken. Processen van zingeving begeleiden. Amsterdam: Uitgeverij Boom.
Over Merlijn
Merlijn Koch werkt als coach voor Resilians, een landelijk coachbureau. Daarnaast is hij docent persoonlijk leiderschap aan Avans Hogeschool en start hij een promotieonderzoek over de vraag hoe onderwijs kan bijdragen aan het ontwikkelen van toekomstbewustzijn. Ook verzorgt hij de colleges over zingeving en ethiek bij Coach College de Baak. Samen met Ilse Vooren schreef hij het boek Zin kun je maken over het begeleiden van processen van zingeving. www.resilians.nl | www.zinkunjemaken.nl | www.avans.