Een succesvol teamcoach weet dat de samenhang tussen vier kernelementen van belang is: groepsontwikkeling, (communicatie)niveaus, leiderschap en de context van de groep. Het door Wim Goossens ontwikkelde IPG-model (Integrale Procesbegeleiding van Groepen) ondersteunt je als teamcoach bij het vinden van deze samenhang. In dit artikel licht Wim ‘groepsontwikkeling’ en ‘communicatieniveaus’ toe.
Een teamcoach kijkt altijd naar de groepsontwikkeling. Elk team doorloopt namelijk een aantal fasen waarin kenmerkende patronen zijn terug te vinden.
De fasen van een team
• In de voorfase creëren de leden een beeld van het team;
• In de oriënterende fase denkt men na over het doel en de onderlinge verhouding;
Als dat op orde is, ga je naar de invloed- en affectiefase:
• Bij de invloedfase gaat het om sturing en macht en kan het gaan schuren;
• In de affectiefase gaat het om ‘bij wie voel ik me veilig’.
• Uiteindelijk kom je uit bij de autonome groep die zelfsturend kan zijn.”
In elke fase keren bepaalde type patronen terug. In de oriëntatiefase is men sterk afhankelijk van de leider, terwijl in de invloedfase er juist weerstand ontstaat tegen de leider. Dat zijn normale groepsdynamische patronen. Als je als teamcoach de fasen cq groepsdynamieken kunt herkennen, dan weet je wat er kan voorvallen en waarop je kunt interveniëren.
Tenslotte draait het tijdens de afsluitingsfase om het evalueren, afscheid nemen en de borging van het behaalde resultaat. Want goed afsluiten is net zo belangrijk als goed beginnen.
Coachen van teamontwikkeling
Bij het coachen van teamontwikkeling let de teamcoach op de fenomenen die kenmerkend zijn voor de te onderscheiden fasen en de transities tussen de fasen. De teamcoach ondersteunt het team om zelf relevante fenomenen te bewerken. Bijvoorbeeld het vinden van een werkstructuur in de oriëntatiefase of het bespreekbaar maken van de gevestigde rolpatronen tijdens de machtsfase. Het coachen van het team bij het maken van deze overgangen is van wezenlijk belang. Wat heeft bijvoorbeeld in de voorfase gespeeld dat van invloed is in de oriëntatiefase? En ook bij de afsluiting is het belangrijk onafgemaakte zaken te bespreken.
Tussen groepsontwikkeling en communicatieniveaus bestaat een samenhang die de teamcoach helpt bij het observeren van en interveniëren op groepsprocessen.
Communicatieniveaus in teams
Jan Remmerswaal ontwikkelde een theorie over communicatieniveaus in groepen. In deze theorie heeft hij groepsdynamische inzichten gekoppeld aan inzichten vanuit de systeem- en communicatietheorie. Het IPG-model volgt de indeling van de eerste vijf communicatieniveaus van Remmerswaal.
• het inhoudsniveau (= WAT: het thema, onderwerp of resultaat);
• het procedureniveau (= HOE: de werkwijze);
• het interactieniveau (wat er TUSSEN de teamleden speelt);
• het bestaansniveau (wat er BINNEN de teamleden speelt);
• het contextniveau (de invloed van de OMGEVING van het team).
Je kunt een ijsberg als metafoor voor deze communicatieniveaus gebruiken. Het inhouds- en procedureniveau is het zichtbare en waarneembare gedrag dat zich boven de waterspiegel bevindt. Het interactie- en bestaansniveau spelen zich onder de waterspiegel af. Het contextniveau is de zee waarin de ijsberg zich bevindt.
Als je als teamcoach een beeld hebt van de groepscommunicatie kun je ervoor kiezen op een bepaald niveau te gaan coachen.
Bij het coachen op inhoudsniveau ondersteun je o.a. bij het verhelderen van informatie, doel en resultaat bepalen en inhoudelijke probleemverheldering.
Bij het coachen op procedureniveau ondersteun je o.a. bij het verhelderen van werkprocedures, vastleggen formele rollen, werkwijze.
Bij het coachen op interactieniveau ondersteun je o.a. bij het bespreekbaar maken van het groepsklimaat, onderlinge verhoudingen, interactiepatronen, groepsdruk, leiderschap.
Bij het coachen op bestaansniveau ondersteun je o.a. bij eigen blokkades, behoefte aan erkenning zichtbaar maken, bespreekbaar maken zelfbeeld.
Bij het coachen op contextniveau ondersteun je o.a. bij de bewustwording van de invloed uit de context, activeren van de eigen context en bespreekbaar maken van verschillende contexten.
De samenhang tussen groepsontwikkeling en communicatieniveaus is als volgt te zien: een beginnend team (oriëntatiefase) heeft nog geen werkstructuur ontwikkeld en zoekt over het algemeen eerst veiligheid op inhouds- en procedureniveau: “Wat gaan we doen en hoe ga we het doen?” Als het team gevormd is, verschuift de aandacht naar het interne functioneren en onstaat er behoefte aan psychologische veiligheid. Op de communicatieniveaus verschuift dan de focus naar interactie- en bestaansniveau. Als het team gaat afsluiten verschuift de aandacht weer door naar het contextniveau.
In deel 2 van ‘het geheim van een succesvol teamcoach’ bespreken we de kernelementen ‘leiderschap’ en ‘de context van de groep’.
Wil je je ontwikkelen tot teamcoach? Kijk of de Specialisatie Teamcoaching ‘Winning Teams’ bij je past en schrijf je in voor een introductieworkshop!